Technische tips
Waar we allemaal mee te maken hebben nl.
"Corrosie".
Inleiding:
Een aantal jaar geleden werden eigenaren van (varende) woonschepen in de
IJhaven
geconfronteerd met ernstige putvorming, niet in de dijen, maar erger, in
de scheepshuid. Vlakken moesten worden gedubbeld en ook het nieuw
aangebrachte staal toonde bij een volgende werfbeurt ernstige
putcorrosie. Ik begon me ernstig zorgen te maken, ik had al zoveel werk
op mijn bovenwaterschip en als nu het onderwaterschip onder mijn noeste
arbeid weg ging rotten, dan kon ik beter maar drie hoog achter in de
pijp gaan wonen. Dit is overigens ook niet meer te betalen.
Ik besloot er een diepgravende studie van de te maken, tenslotte had ik
ook ooit nog een wetenschappelijke opleiding gevolgd. Samen met Jan
Brandsen en Vivian Rayner togen wij aan het werk. Het navolgende stuk is
het resultaat van lezen, meten, veel praten en heel veel koffie. U kunt
er de oplossing voor het probleem in lezen en indien goed toegepast, de
hellingkosten dramatisch laten afnemen.
Het begin:
We zijn begonnen met de waterkwaliteit, wij dachten dat hier mogelijk
plotseling iets in veranderd was. Wij kwamen er achter dat het water in
de IJ-haven maar ook in Havens-West en het water rond het Prinseneiland
niet zoet is maar bij tijden licht brak. Het wisselde sterk van
samenstelling. Waar wij ook achter kwamen is dat de gangbare anoden,
aluminium en zink niet werkten (over het gebruik van anoden later meer).
Ook bleek er een bacteriële verontreiniging te bestaan die het ijzer als
het ware wegvrat. Deze hebben we gelukkig nooit onder de microscoop
kunnen waarnemen ondanks de vele kweken die we gemaakt hebben.
Een andere belangrijke waarneming was dat door de "Nuon" aarde op je
schip, mits doorverbonden, in veel gevallen een stroom loopt van enkele
tientallen milliampères.
Tegelijkertijd besloot men het teren te verbieden, waren de teer
vervangers absoluut inferieur en spoten de scheepswerven met 150 bar de
resten goede teer alsnog van het schip. Meestal plaatsen de werven dan
ook nog eens zinkanoden die voornamelijk geschikt zijn voor zout water.
Soms gebeurde het zelfs dat ze uit pure onwetendheid magnesium op het
schip plaatsen met alle ellende van dien.
Alles bij elkaar een tikkende tijdbom, houdt u de vette lappen, het
doorregen spek en de klokpomp staande bij. Wij weten inmiddels gelukkig
beter.
Wat is corrosie?
Dit is geen gemakkelijke vraag, je hebt vele soorten voor ons zijn vier
vormen van
wezenlijk belang:
Galvanische corrosie:
Deze vorm van corrosie ontstaat als twee verschillende soorten metaal in
een stroomgeleidende (waterige) omgeving bij elkaar in de buurt komen.
Hierop is de galvanische reeks gebaseerd, waarbij de "edele" metalen de
onedele aantasten. Koolstof (grafiet) is het meest edel, magnesium het
minst. Koper, zilver, goud, platina en bijvoorbeeld lood zijn edeler dan
ijzer en ijzer is weer edeler dan zink, aluminium en magnesium. Zo
tasten bijvoorbeeld koper en titanium ijzer aan en beschermt zink,
aluminium en magnesium juist het ijzer. Hierop is de werking van anoden
gebaseerd. Daarom worden ze ook wel offerblokken genoemd. Dit heeft dus
niets met giften voor de charitatieve instellingen van de parochie van
doen.
Hoe verder de metalen in deze edelreeks van elkaar staan hoe groter het spanningsverschil
en hoe meer stroom er zal gaan lopen als ze met elkaar in het water in
contact staan, de uiteindelijke hoeveelheid stroom hangt ook nog af van
de waterkwaliteit en de staat van de verf. Het spanningsverschil tussen
zink en ijzer is niet voldoende voor zoet water (dit heeft een hogere
elektrische weerstand dan zout water) maar werkt perfect in zeewater.
Aluminium zou juist te snel opofferen in zeewater, maar werkt weer goed
in zoet water. Magnesium is zo onedel dat het grote spanningsverschil,
indien de anode op de huid wordt gelast de verf zal aantasten.
Elektrochemische corrosie
Bij elektrochemische corrosie gaat het om oxiderende stoffen. Voor ons
is eigenlijk alleen zuurstof zelf van belang. De reactie van ijzer met
zuurstof geeft het alom gehate roest. Nu heeft roest (ijzeroxide) een
vervelende eigenschap, het is poreus, dwz het oxideren gaat gewoon door
zolang er zuurstof voor handen is. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld
aluminium, aluminiumoxide is zo dicht van structuur dat het
onderliggende metaal juist wordt beschermd. Dit geld ook voor roestvast
staal en bijvoorbeeld chroom. Bij beschadiging van deze oxidehuid vormt
zich direct weer een beschermde laag oxide. Helaas vormt dit oxide geen
bescherming voor galvanische corrosie omdat dit als het ware van
binnenuit gaat, dus ijzer op een aluminium schip moet geïsoleerd worden
aangebracht.
Zwerfstroom corrosie
Dit is in feite de 'opgedrukt stroom" variant van galvanische corrosie.
In plaats van een ander metaal zorgt een stroombron voor corrosie.
(andersom kan deze dus ook beschermend werken). Dit kan een damwand zijn
die actief beschermd wordt (hierover later meer) waar u voor afmeert
zonder elektrisch contact te maken. Of een vuile aarde van de gemeente
door verbonden aan uw schip of een slecht geïsoleerde elektrische
installatie. Deze vorm van corrosie kan kilo's ijzer per jaar kosten, en
dat vaak lokaal in de vorm van putten.
Dit is de gevaarlijkste vorm van corrosie op schepen, hij gaat het
snelst. U kunt het zien als er plaatselijk enorme hoeveelheden
oranjerode roest op de scheepshuid wordt gevormd (onderwater). Dan moet
u echt iets gaan doen.
Corrosie door bacteriën
Er zijn verschillende bacteriën die ijzer kunnen aantasten, meestal gaat
dit onder zuurstofloze, rottende omstandigheden, maar soms kunnen
bacteriën, opgepompt uit het grondwater, een schip infecteren en zelf
een lokaal zuurstofloos milieu creëren op de huid. Vooral in met
sulfaten vervuilt water. Hoe kun je meten de corrosie staat van je schip
meten?
We onderscheiden hier drie gevallen, het schip corrodeert actief, het
schip is neutraal of het schip is beschermd. Dit valt te meten met een
goede multimeter (of volt meter) en een referentie elektrode. Een goede
multimeter is een multimeter met een "hoge impedantie" of vrij vertaald:
als u de spanning meet mag er eigenlijk geen stroom lopen.
Een referentie elektrode heeft altijd een vaste waarde ten opzichte
waarvan je het schip meet. De waarde die je meet is onafhankelijk van de
waterkwaliteit (of geleidend vermogen) omdat alleen een potentiaal of
spanning meet zonder dat er nog een stroom loopt (dit speciaal voor die
ongelovige Thomas die maar door bleef vragen op mijn lezing in het einde
van de wereld en het nog steeds niet gelooft, meet maar eens het voltage
van een accu zonder gebruiker en een accu met ingeschakelde gebruiker).
Er bestaan verschillende referentie elektroden, allemaal met
verschillende waarden.
Zink wordt vaak gebruikt, maar dit moet zeer zuiver zijn of zilver en
koper in "hun" zoutoplossing zijn de besten. Voor ons voldoet echter de
koperen kern van installatie draad (2,5 mm). Strip de draad over enkele
cm, hang dit in het water verbind dit met bijvoorbeeld de plus van een
multi-meter, verbind de min of com van de meter met het schip (goed
schoon krabben, metaal moet blank, verf en roestvrij zijn) en lees af op
de millivolt schaal:
1) > 650 millivolt beschermt
2) ca 650 millivolt onbeschermd
3) < 650 millivolt actief corroderend
1) Uw schip is beschermd: actief of door anoden (Afhankelijk van het
anodemateriaal
krijg je theoretisch de waarde voor zink/aluminium of magnesium,
afhankelijk van het aantal anoden en de toestand van het schip
(kwaliteit van de verf, soort verf).
2) Uw schip is onbeschermd, mogelijk zijn uw anodes op of is de stroom
uitgevallen.
3) Uw schip is actief corroderend, mogelijk door zwerfstroom, een actief
beschermde
buurman of damwand of u schip is sterk geroest (roest lijkt de waarde
omlaag te brengen).
Dit zegt nog niets over het aantal kilo's ijzer dat werkelijk verdwijnt,
de snelheid van de corrosie is bijvoorbeeld afhankelijk van het
zoutgehalte van het water (in zeewater corrodeert het zeer snel), de
hoeveelheden zwerfstroom of van andere metalen die in de buurt van het
schip zich in het water bevinden en het oppervlak van de huid dat zich
onbeschermd in het water bevind. Om een idee te krijgen, onbeschermd
staal corrodeert in zeewater ca 1/8 mm per m² per jaar. Dat lijkt weinig
maar is nog altijd ca 1 kg/jaar! En dit gaat in de vorm van putten. Als
u met kaplaarzen door het ruim moet waden dan ligt het dus niet aan een
lekkende luikenkap.
Hoe kun je Corrosie voorkomen?
Verf:
Allereerst natuurlijk goede verf, dit is duur (zeker nu teer niet meer
mag en teervervangers
nog steeds inferieur zijn) en daarvoor moet u op de helling. Goede verfsystemen zijn gebaseerd op een 1 of 2 componenten aluminium primer
met een afdeklaag Biguard van Sigma is een 1 component aluprimer met een
zwarte deklaag (ballumastic). Of de onvolprezen Jotun uit de offshore
een twee componenten aluprimer en deklaag. Peperduur dat wel. Maar je
olieplatformpje kan er weer jaren tegenaan.
Goede anodes:
Zink voor op zout water en aluminium op zoet, op de huid lassen, kan
door elkaar worden aangebracht. In half brak water (IJ-haven e.o.)
werken zowel zink als aluminium niet, dan zou je magnesium anoden op
enige afstand (meters) onder het schip kunnen hangen, maar u dient het
aantal afhankelijk te nemen van de grootte van uw schip en de staat van
de verf. Bijvoorbeeld een schip van 30 mtr net van de werf komend heeft
slechts 1 - 2 anodes nodig, terwijl een ongeschilderde romp van 30 meter
er wel 10 kan hebben afhankelijk van het zoutgehalte van het water. Hier
geldt dus dat u dit zelf dient te bepalen aan de hand van het hierboven
beschreven meetsysteem.
Deze methode met hangende anodes kan dus alleen bij stationerende
schepen, als u gaat varen moet u ze inhalen! U moet er nooit meer hangen
dan tot een gemeten waarde van ca 950 MV. Kan enige tijd duren (soms
dagen) tot zich een evenwicht instelt. U kunt altijd beginnen
onafhankelijk van een werfbeurt met het overboord hangen van anodes (van
welke soort dan ook) als u ze maar goed aard op het schip. Past u wel op
want magnesium heeft een sterk ontroestende werking zodat dichtgeroeste
klinknageltjes nog wel eens kunnen gaan lekken. Met magnesium lint
worden tanks van binnen ontroest!
Actief beschermen:
Dit kan op twee manieren, met hangende anoden onder het schip of met
speciale anoden geïsoleerd aangebracht in de scheepshuid. Dit laatste
systeem kost duizenden euro's. Hangende anodes kan zeer goedkoop. U
heeft daarvoor slechts een simpele laboratoriumvoeding nodig van
bijvoorbeeld 0-16 Volt en 0-5 Ampère. U laat de voeding regelen met een
vaste ingestelde stroom. De voeding regelt dan de spanning afhankelijk
van de waterkwaliteit en de toestand van uw verf. U kunt gebruik maken
van resten staal (liefst groot oppervlak, bijvoorbeeld 5 streep
plaatstaal) die u als anoden die liefst 5 meter onder uw schip hangt.
Zorg voor een goede bevestiging van de stroom draad, deze moet goed
geïsoleerd worden vastgemaakt aan het staal anders rot hij zeer snel af,
gebruik hiervoor bijvoorbeeld het ouderwetse vlakkenvet. De stroomdraad
moet zelf ook goed geïsoleerd zijn en geen stroom kunnen afgeven aan het
schip of het water. Hang het staal voor de zekerheid ook aan een nylon
touw. De plus van de voeding verbindt u met de anode (NIET met het
schip, want dan gaat uw schip als een gek roesten) en de min verbindt u
met de scheepshuid. Ergens bij de voeding. De voeding moet worden
afgeregeld ten opzichte van het hierboven genoemde koperdraadje tot ca
950 millivolt. De eerste keer meet u uw schip rondom daarna steeds op de
dezelfde plaats. Het op spanning komen kost enige tijd, dus in het begin
dagelijks controleren, daarna bijvoorbeeld een keer per week.
Uiteindelijk zal het stroomgebruik iets afnemen en na één maand of enige
maanden komt u schip op spanning en is gepolariseerd. Tijd voor een goed
biertje en lui achterover met uw rekenmachine de uitgespaarde kosten bij
de toekomsten werfbeurten gaan berekenen. Het voltage op de multimeter
zal afhankelijk van verschillen in waterkwaliteit, oppervlakte van de
anoden en de soort anoden iets schommelen. Een slecht geschilderd schip
heeft meer bescherming nodig als een goed geschilderd schip, dus de
waarden voor en na een werfbeurt zullen sterk verschillen.
U kunt ook met professionele anoden werken. Voor zover ik weet zijn er
twee keuzes: Titanium of silicium gietijzer. Het schijnt dat de eerste
het beste werken in water zoals dat wispelturige IJ-water maar ze kunnen
maar maximaal 9 Volt, silicium wel 50 Volt!, verdragen. Let wel, bij een
professionele kathodische bescherming wordt de afgegeven stroom
voortdurend bijgeregeld tov een referentie-elektrode. Dit gebeurt dus
niet in het hierboven beschreven systeem en is daarom een benadering van
een geregeld systeem.
Geen punt voor stationerende vaartuigen. U kunt meestal volstaan met een
of twee hangende anodes afhankelijk van de diepte. Als u veel vaart dan
zult u wel moeten, want die anodes op sleeptouw vaart niet prettig. Als
u vaart dan veranderd de water kwaliteit voortdurend en daar dient het
systeem zich op aan te passen.
Zorg voor een goede elektrische installatie: dat wil zeggen dat u uw
accu-net volledig dubbel uitvoert en niet stiekem de min op de
scheepshuid omdat dit zoveel koper scheelt. Indien u uw accu's niet
gebruikt, koppel ze dan los. De startaccu's hebben meestal de min aan de
aarde via de startmotor op het motorblok, dit is meestal niet te
vermijden, u kunt het beste via poolschakelaars de zaak isoleren, zodat
alleen bij het starten/varen de verbinding bestaat. Uw sterkstroom
installatie niet aarden op de gemeente aarde omdat dit vaak een koperen
staaf is die in de buurt van uw ligplaats met zijn tenen in het
grondwater staat. Uw schip gaat dan deze staaf beschermen, zonde. Kunt u
trouwens inmiddels zelf meten! Met goede aardlekschakelaars (deze meten
het verschil in vermogen tussen de fase en de nul bent u in de meeste
gevallen veilig. Toch kan het wenselijk zijn te aarden (computers vinden
dit heel prettig), doe dit apart op het schip of via een ijzeren pen in
het water.
In geval van sluiting zal er wel de nodige stroom via uw schip zijn weg
zoeken naar het water en zo voor corrosie zorgen. Zet nooit de nul bij
krachtstroom installaties op de huid!!!! Er bestaan natuurlijk hele
mooie en vooral professionele systemen met diodes en scheidingstrafo's,
maar dan moet u diep in uw buidel tasten of erg handig zijn. Let wel dat
een vlak doorvoer als een standpijp nooit wordt beschermd tenzij men
anodes in de pijp hangt of bevestigd. Deze pijpen dienen van dik staal
te zijn gemaakt.
Conclusies:
Gezien het bovenstaande is de corrosie aanpak sterk afhankelijk van de
specifieke omstandigheden van het schip. Indien u veel vaart dan is het
vervelend om telkens de anodes te moeten inhalen. U kunt dan kiezen om
bv het stroomkastje op de wal te plaatsen dan hoeft u alleen de anodes
in de buurt van het schip te brengen (bijv. aan een plastic boei
hangend) en de min steeds aan te brengen of los te maken.
Als u geen vaste walaansluiting heeft dan kunt u met hangende anodes van
Zn, Al of Mg werken afhankelijk van de waterkwaliteit. Of u zou met
windenergie en zonneenergie
uw bescherming kunnen regelen. U kunt ook uw geld in goede verf
investeren, maar dit zal uiteindelijk altijd duurder uitkomen.
Het gebruik van Mg anodes bij een slecht geschilderd schip is ook
kostbaarder dan een actief systeem. Indien u heel veel vaart en ook geen
vaste thuishaven heeft dan is mogelijk een systeem dat met anodes in de
huid aangebracht werkt iets voor u.
Er van uitgaande dat u ook veel met een generator draait. Dit is
overigens wel een heel erg kostbaar systeem, vermoedelijk bent u beter
af met een goed verfsysteem en anodes op het schip gelast (alleen Zn en
Al) omdat u voor uw verzekering toch regelmatig de helling op moet. Een
eenduidig advies is niet te geven, maar ik zou in ieder geval gaan
meten, immers meten is weten.
Bron: Michel Groen, A/B M.S. Kwiek