Technische tips

Het natuurproduct …. hout.

Als houthandelaar en amateur botenbouwer zijnde, kan ik iedereen verzekeren dat hout nooit uitgewerkt is, of het moet intussen zo oud zijn dat het versteend is.

Hout is altijd onderhevig aan zwelling en krimp, het zogenaamde ‘werken’. Dit wordt beïnvloed de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur. Denk aan het dichttrekken (het zwellen van het hout) van de romp als de boot in het voorjaar weer in het water gaat. Hout dat gebruikt wordt in een bepaalde omgeving, behandeld met een bepaald oppervlakte afwerksysteem zal op een gegeven moment in die omgeving niet of nauwelijks meer werken. Dit wordt een ander verhaal als een van de drie variabelen veranderd. Bijvoorbeeld als een romp van een boot vroeger wit was nu donkergroen of blauw geschilderd wordt, de temperaturen onder donkere verflagen lopen veel hoger op dan onder een lichte kleur. Ik heb zelf meegemaakt dat mijn houten parketvloer na 5 jaar ineens hard begon te krimpen. De oorzaak was snel gevonden. Het was een strenge winter, het vroor dat het kraakte buiten, binnen dus hard stoken om de boel warm te houden. Binnen had ik een relatieve vochtigheid van ca. 40% i.p.v. de gebruikelijke 70%. Gevolg: grote kieren in de vloer. De oplossing was heel simpel: een paar emmers gevuld met water boven de verwarming zetten. Binnen een paar weken was de vloer weer in model.

Regelmatig vertel ik mijn klanten dat het niet verstandig is breed hout te verlijmen. Hoewel hout altijd procentueel even veel werkt, krimpt bijvoorbeeld een brede plank in millimeters een stuk meer dan een smalle lat. In aanmerking genomen dat we het hebben over dezelfde houtsoort, want iedere houtsoort is weer anders qua werken. Zelfs binnen een bepaalde houtsoort kunnen nog verschillen optreden, dit is afhankelijk van de kwaliteit en hoe droog het hout is tijdens de verwerking. Hout is standaard meestal tussen 14 en 17% gedroogd. Meubelhout kwaliteit tussen de 10 en 14%. Heeft het hout bij de groothandel in een loods gestaan dan moet het altijd een aantal dagen acclimatiseren, het liefst in de ruimte waar het verwerkt of toegepast wordt. Het is in een loods immers veel vochtiger dan in een huiskamer. Planken die van boven af het houtpakket of van de zijkanten genomen worden zijn vochtiger dan de delen die binnen in zitten. Na een aantal dagen zal het hout het oorspronkelijke vochtgehalte weer hebben bereikt. Hout moet wel erg lang ondergedompeld worden in water wil het kernhout weer net zo vochtig worden als in verse toestand, dat is per houtsoort ook weer verschillend. Het is verstandig om hout pas te gaan bewerken als het droog genoeg is. Smalle delen hout verwerkt in een constructie hebben minder last van kromtrekken, scheuren, splijten en zwellen. Ik krijg vaak de opmerking te horen dat vroeger de planken toch ook breder waren en het hout minder werkte. Dit klopt wel maar je moet niet vergeten dat de diameter van de gekapte bomen toen vaak een stuk groter was, op dit moment zijn we wat het Scandinavisch hout betreft bezig met de herplant van 1910 (en de aanwas is veel groter dan de kap). Het rendement uit een zaagstam was groter, en het hout werd aan de lucht gedroogd, dit is veel beter dan kunstmatig drogen, het gaat veel gelijkmatiger maar duurt veel langer. Het hout lag vervolgens jarenlang horizontaal opgeslagen bij de aannemer op een donkere zolder, en de planken werden regelmatig omgedraaid.

Er zijn houtsoorten die alleen geschikt zijn voor binnen ( o.a. beuken, ramin) en andere voor buiten (azobe, bangkirai). Voor de botenbouw kennen we o.a. mahonie, teak, (Amerikaans grenen, eiken, oregon pine, iepen (hoewel ik hier geen voorstander van ben gezien de duurzaamheid, dit geld ook voor essen). Het mooie van hout is dat iedereen ermee kan werken, iedereen heeft op zijn of haar eigen manier wel eens iets met hout gedaan.

Uit Scherp gesneden, een uitgave van de Vereniging  Klassieke Scherpe Jachten (VKSJ).

Geschreven door: Gert van den Bosch.
Ingekort door W. Vaandering.