Overkappingen van doek op historische motorjachten.

In de begintijd van de motorjachten waren er twee soorten schepen, de open boten en de schepen met een houten dak. De open schepen waren meestal autoboten maar ook een enkele bakdekkruiser werd met een open kuip gebouwd. Immers, het waren geen schepen om mee op vakantie te gaan maar om af en toe een dagje mee te varen.

Het open gedeelte werd, zoals thans ook nog, op de ligplaats afgedekt met een dekkleed of zeildoek om inregenen van de kuip te voorkomen en/of deze te beschermen.

De motorjachten met een houten overkapte kuip hadden aan de zij- en achterkanten een zeil om deze te kunnen afsluiten.

Eind jaren dertig werd het werd de houten overkapping ook wel vervangen door een geheel of gedeeltelijk zeildoeken overkapping.  In een aantal gevallen als reden  om met de gewichtsvermindering de stabiliteit te verhogen (de Maaskruisers zijn daar een goed voorbeeld van) maar ook om een gehele of gedeeltelijke open kuip te creëren, vaak met een vast framewerk Bij schepen met een “apart” buiten gedeelte zoals bij salonboten of schepen met een open achterkuip werd meestal een demontabel framewerk gebruikt afgedekt met een zeildoeken baldakijn, soms op koperen staanders.

Met de komst van meer vrije tijd en de mogelijkheid om langer van huis te gaan hadden de eigenaren van de open motorjachten ook meer behoefte aan meer comfort op regenachtige dagen. Ook werd de vraag naar een meer open kuip wat vaker aan de werf gesteld, hetgeen resulteerde in een gedeeltelijk vaste en een gedeeltelijk demontabele overkapping. De vorm hiervan bleef gestoeld op die van de klassieke vaste overkappingen, terwijl het tevens mogelijk was om een deel van de zij- en achter zeilen te voorzien van een doorkijk.

Ook bij de salonboten is duidelijk te zien dat de overgang van vaste naar demontabele overkappingen weliswaar vaak gepaard ging met ander materiaal, hout en/of doek; maar dat de vorm heel klassiek bleef.

Ook in de jaren na de tweede wereldoorlog vonden er wel aanpassingen plaats van de overdekte (midden)kuip en/of de open achterkuip en werden de vaste overkappingen vervangen door demontabele vormen, echter het frame bleef gebaseerd op de klassieke vormen. Kenmerkend voor deze klassieke vormen zijn een aparte dakbekleding met vaste of afneembare zijpanelen vaak voorzien van doorzichtig materiaal.

Samenvattend kan gesteld worden dat het goed mogelijk is een demontabele kap aan te brengen zonder de klassieke vormen van een motorjacht van voor 1945 aan te tasten.

Echter de laatste jaren is er een sterke ontwikkeling om de historische motorjachten om te bouwen naar open motorboten. Hierbij wordt niet alleen de overkapping verwijderd maar ook wordt het originele interieur van de kuip van een moderne look voorzien.

Hoewel er ook eigenaren zijn die oog houden voor de klassieke uitstraling van het schip, zijn er helaas ook eigenaren die meer voor het gemak en de huidige mode gaan. Steeds vaker worden de klassieke kappen vervangen door een zogenaamde cabrioletkap, liefst met een RVS-frame dat in één keer naar achteren kan worden geklapt. De cabrioletkappen kenmerken zich sterk door een (sterke) afronding naar achteren in plaats van de klassieke vorm van een dak.

Als naast een cabrioletkap en een moderne kuipindeling ook nog gekozen wordt voor een zwemplateau is de gelijkenis met de huidige polyester bakdekkruiser snel gemaakt.

De vereniging Oude Glorie vertegenwoordigt sinds haar oprichting in 1978 een unieke collectie historische motorjachten, waarvan de meeste zonder enig probleem de status van Varend Monument® waardig zijn. Echter één van de doelstellingen van de VBOG is  het behouden van het varend erfgoed en waar nodig dit te ondersteunen.

Motorjachten met een cabrioletkap en moderne kuip indeling voldoen niet aan het traditionele uiterlijk dat de VBOG voor ogen staat. Wij willen daarom dergelijke schepen niet bij de vereniging toelaten.

Henk Brunt , april 2021

 

Voorbeelden van klassiek ogende overkappingen

Voorbeelden van “foute” cabriolet kappen